001 Terug bij de Starbucks

Ik moet wachten op mij auto die in de garage is en dus… zit ik er weer: Bij de Starbucks ertegenover.  Binnen is geen plek, dus ik zit buiten op het koude terras… Brrrr!

De boekpresentatie van Stranders zit eraan te komen en en dus moet ik van alles voorbereiden. Nadenken over de prijsvraag bijvoorbeeld die op de website van Ploegsma komt. En de tekeningen die Maaike Putman bij Stranders heeft gemaakt uitvergroten en laten lamineren. Ondertussen luister ik naar de  gesprekken op het terras. Wie weet zit er wat bij dat ik weer kan gebruiken in mijn volgende boek! 

Ik zie een oud vrouwtje. Ze drinkt thee en ze zit te breien. Iets vreemds langwerpigs met uitsteeksels. Geen sjaal dus… Of toch? Heeft ze in haar keukentje thuis misschien een klein ijskastje die naast de grote staat. In de grote zit het eten voor het vrouwtje zelf. Maar in het kleintje ernaast heeft ze een uitzonderlijk huisdier… Misschien is het dus wel een sjaal die ze breit. Of een trui, maar dan voor een vreemdsoortig menseke of monstertje dat ze verborgen houdt in dat koude kastje… als ze ’s avonds thuiskomt doet ze het deurtje open. 

‘Niet zo licht!!’ piept het menstertje. 

Snel draait het vrouwtje het lampje van het ijskastje los zodat het lichtje uitgaat. ‘Ik heb iets voor je,’ zegt ze met haar oude kraakstem. En ze geeft hem het gebreide ding. Geduldig wacht ze tot menstertje het heeft aangetrokken. Al zijn armpjes steken er links en rechts uit. 

‘Lekker,’ zegt het. ‘Mag ik nu naar buiten?’ 

Het oude vrouwtje zucht. ‘Misschien morgen,’ zegt ze.


Wie weet… 

© Iris Stobbelaar 2015